Seizoen 1993-1994

 

Voor het seizoen ’93-’94 werd gekozen voor het motto “Tis un gesjou”. En het was voor het bestuur van de SKKZ dan ook echt sjouwen om alle zaken geregeld te krijgen. Na een paar keer vergaderen waren er echter al indrukwekkende resultaten bereikt, want er waren genoeg mensen gevonden om alle functies te vervullen. Piet Vroegrijk werd Prins Pierre de eerste. Richard Kapitein werd de nieuwe nar, Wilbert v. Overveld de nieuwe Grote Boer Willem en Marco Jacobs werd de nieuwe Bellezjee. Bart Maas nog deel uit van de Raad evenals Jolanda Frijters, Mien Vroegrijk, Kees Hermans en Leon Hereijgers. Hierbij kwamen Wendy Raaphorst, Jan Vergouwen, Andres Broere, Leon Bijsmans, Bep Hermans, Dick Zoontjens en Lizet Hereijgers. Later kwam Jos Wilke er nog bij.

Verder had het bestuur al veel werk verzet met het oprichten van een eigen hofkapel. Na veel vergaderen waren er een tiental mensen bereid om te gaan repeteren met elkaar. Hieruit werden de Buntblaozers geboren. Hierdoor kon de Prins weer beschikken over een eigen hofkapel.

Het bestuur besteedde veel aandacht aan het herzien van de statuten en het opstellen van een huishoudelijk reglement, waardoor de vlag de lading weer dekte.

Ook aan de kleding werd dat jaar wat meer aandacht besteed, zodat alles er een beetje meer uniform uitzag. Marijn v. Beek zorgde er voor dat er speciale dassen gemaakt werden.

Het eerste optreden van de nieuwe Prins en zijn gevolg was op de elfde van de elfde viering. ’s Middags tijdens de spelletjes en het bieten uithollen werden sommige nieuwe raadsleden al wat zenuwachtig, maar ’s avonds bij de presentatie van het geheel was dat gauw over. Een clown, die verdacht veel op Jan v. Beek leek, praatte het geheel vlot aan elkaar. De Buntblaozers hadden een prima eerste optreden. Met de lampionnenoptocht ‘s avonds liep een record aantal deelnemers mee.

Als veldteken werd gekozen voor jute baalzakjes met het motto, die door de dames van de SKKZ werden gemaakt. Een uniek veldteken.

Omdat carnaval in ’94 rond de 12e februari viel was het voor de redactie van ’t Velleke Vol zaak om vroeg aan de slag te gaan. Vooral dankzij de inspanningen van Piet Vroegrijk lukte het om op tijd alles klaar te hebben. De schrijvers waren extra vroeg aan het werk gezet en verhaalden vooral over de herindeling van de gemeentes en de reconstructie van de O.L.Vrouwestraat. Uit het verhaal van de nieuwe Grote Boer Willem was op te maken dat hij er tijdens het carnavalsweekend niet bij zou zijn, omdat hij voor Hare Majesteit het land moest verdedigen. Hierdoor was hij in zijn eerste jaar als Grote Boer in het Grasduinersdurp alleen op het Limonadebal te zien.

Aan de indeling in de optocht werd dat jaar ook wat gesleuteld. De groepen werden ingedeeld in twee categorieën, namelijk groepen van vijf personen of meer en groepen met maximaal vier personen.

Dat de belangstelling voor ’t Zegse carnaval toenam bleek wel uit het feit dat er zo’n 300 mensen deelnamen aan de optocht. Het publiek kon de inzet van de deelnemers best waarderen. Vele toeschouwers waren wel twee of drie keer te zien langs de route.

Op initiatief van Carlo Rijpers, Walter Coppens en Nicky Broos was een stunt georganiseerd. Al in november begonnen zij al met de voorbereidingen van dit spektakel, dat onder meer bedoeld was om toeschouwers van buitenaf naar de Zegse optocht te lokken. Door een uitgebreide mediacampagne te voeren werden de mensen nieuwsgierig gemaakt. Dankzij de financiële steun van de Zegse ondernemers kon het geheel professioneel worden aangepakt. Er werd op de kerk met steigermateriaal een groot nest gemaakt, waarop op zaterdag een enorme dinosaurus bleek te nestelen. Een team alpinisten haalden net voor de optocht begon, via de buitenkant van de kerk op een spectaculaire wijze een ei uit het nest naar beneden. Het geheel werd door veel nieuwsgierigen bekeken, waardoor het beoogde doel, meer publiek voor de optocht, bereikt was.

Dit jaar was de SKKZ ook buiten de carnavalstijd actief.

Op verzoek van de ondernemersvereniging werd deelgenomen aan de braderie op Moederdag. Er werd een wedstrijd om de titel “Sterkste man van de Zeg” te georganiseerd. De gehele dag kon iedereen aan alle onderdelen deelnemen en ’s avonds gingen acht Zeggenaren de strijd met elkaar aan. Richard v. Hoof was de winnaar van deze wedstrijd, die door veel publiek gadegeslagen werd, en die de stichting veel positieve reacties opleverde.